de stad op kweek

steeds vaker stoppen zwarte Tesla’s op klaarlichte dag aaneengesloten in de straten. verschijnen uit synchroon geopende portieken in lange wanten gestoken handen gooien bruine zakken vol etensresten naast de stoep. glasbakken stoppen ze vol luiers en kerstbomen. hield de coalitie de afvalcontainers niet dagenlang gesloten dan sloopten zij de vol-sensoren eruit.

hun verzet verzamelde in het hulst van de ondergrondse. waar kiemen torenhoog dropen om kernwaarden te evenaren. sindsdien laten ze kinderen probiotisch Maaswater drinken en metropalen likken. geen steriele levens met a-topische symptomen. de weerstand van Rotterdammers is hoog.

One Nights Dance: het gedicht

zie deze ruimte als een gesloten systeem
de dansers, techniek, het publiek
een eindig volume volgens de wetten
van de thermodynamica

pendelende benen precies geplaatst
herinneren ons eraan
dat energie nooit verloren gaat
slechts van gedaante verandert
van pulserende buik en armen
die los lijken van een lichaam
naar rood-roze hoofd

zie wat het betekent in cirkels te zoeken
te bewegen in bollingen, ronde vingers, handgebaren
die symbolieken met zich meedragen
Hamsa en mudra’s
weren kwaad, bouwen stabiliteit
maar juist symbolen van eigen hand
rennen aan ons voorbij

dit systeem is veranderlijk
we zoeken hier niet naar vaste grond
onder de voeten streven
geen evenwichtstoestand na want
wat op wielen staat circuleert beter

bedenk dat de meeste stroming onzichtbaar is
verstijving lijkt stil adem stokt terwijl
verborgen handen vanbinnen slepen, sleuren
je blauw en beurs achterlaten tot je rijkt
naar een redding even donker is
als de angst die je opjaagt

hier leggen wij onze quasistatische rituelen vast
die niet op gewijde grond maar
in clubs en technokelders leven
zelf de lampen neergezet fijne hoeken
gemaakt met warm licht en lieve geuren
dansen met schaduwen van onszelf
die blijven draaien als wij zijn gaan liggen

voor uw ogen bewogen zich stromen
verzamelde concentratie op de vlakke vloer
brengt altijd verhalen van ons samen

Feest bij vijf jaar Spraakuhloos

Naar een event gaan wanneer er iets te vieren valt, is blijkbaar een ding voor mij. Zo ging ik gisteren (27 sept) naar het Oude Luxor, waar Spraakuhloos zijn vijfjarig bestaan vierde. Mijn verwachting was een avond met spoken word en muziek, uitgevoerd door aankomend Rotterdams talent. Dat talent en Rotterdams klopte, maar dan wel in een combinatie van gevestigde artiesten en mega talenten uit alle hoeken van de podiumkunsten.

Lees verder “Feest bij vijf jaar Spraakuhloos”

Plastic scheiden in Rotterdam

Afval scheiden is een kleine moeite om bij te dragen aan circulariteit. Ik prop mijn oerlelijke Ikea scheidingsbak dus net zo lang vol tot een wandeling naar de plastic-, glas- of papiercontainer noodzakelijk is. Hierbij vraag ik me al een poos af of het nou echt zin heeft, dat plastic scheiden. Via een van mijn werkgevers begreep ik namelijk dat de nascheiding van de gemeente zó goed is dat het eigenlijk geen zin heeft plastic te scheiden als burger. Ook hoorde ik viavia dat je eigenlijk alleen maar verpakkingsmateriaal mag scheiden en dat plastic (gebruiks)voorwerpen gewoon bij het restafval moeten.

Lees verder “Plastic scheiden in Rotterdam”

50e editie Paginagroots

Afgelopen zondag (12 mei 2019) bezocht ik Paginagroots: een Rotterdams podium voor jong talent op het gebied van proza, poëzie en spoken word. Toevallig was dit de 50e editie en daarmee ook de laatste die Derek Otte voor rekening nam als initiator, organisator en host.

Derek nam ons in woorden mee naar de allereerste editie van Paginagroots, destijds in Tarwewijk. Zijn moeder had wat flessen Freeway cola en borrelnootjes gehaald en hij rekende op zo’n veertig mensen aan publiek. Er stond tachtig man op de stoep. De kartonknutsels van de Rotterdamse skyline die dienst deden als decor vielen bij het slotapplaus uit elkaar. Uit de audiofragmenten waarop half literair Rotterdam Derek bedankte voor zijn inzet bleek hoeveel Paginagroots in de tussentijd heeft betekend voor de stad.

Lees verder “50e editie Paginagroots”

Tweedehands kleding Rotterdam

Ergens in de loop van de afgelopen jaren ben ik totaal gevallen voor tweedehands kleding. Ik genoot altijd al van tweedehands spullen en vond het heerlijk om in vage winkels door stoffige kledingrekken te snuffelen, opzoek naar stiekeme pareltjes. Toen ik een paar jaar terug The True Cost zag, ging er echt een knop om. Deze documentaire van regisseur Andrew Morgan uit 2015 toont de grote impact die fast fashion ketens zoals Primark en H&M hebben op milieu en mens. Vanaf dat moment besloot ik mijn best te doen tweedehandse of duurzaam geproduceerde kleding te kopen.

Lees verder “Tweedehands kleding Rotterdam”

Het gedicht was er al

De laatste lessen van de Poetry Academy naderen. Tijdens de lessen van Joost Baars spraken we over mystiek schrijven en welke invulling je daaraan kan geven. Als thuisopdracht voerden we gesprekken met de voorwerpen om ons heen. Ik sprak met een klok, de rommel om me heen en het badwater waarin ik lag. Je kan praten met alles. De pen of inkt waarmee je schrijft; de lijnen die je ermee trekt, de woorden die ze vormen, de toonhoogte van je stem die in gedachten meepraat.

Door die gesprekken aan te gaan geef je woorden en daarmee een representatie, verbinding, aan elementen die al lang in de wereld waren, maar je misschien nog nooit (zo) had gezien. Die representatie is niet dekkend, maar wel een benadering, een soort zoektocht. Dat kunnen wij. Dingen die er al zijn opmerken en op onze eigen manier benaderen, representeren. Op die manier laten we iets dat er al was op een nieuwe manier zien aan onszelf en aan anderen.

Ontvankelijk zijn, het (opnieuw) opmerken van elementen in de wereld en die elementen benaderen met je eigen tools – of dat nou woorden, lichaamsbewegingen, stroken van een kwast of heel andere uitingen zijn – is volgens mij creativiteit. Daarmee begrijp ik nu de uitspraak ‘het gedicht was er al, ik heb het alleen opgeschreven’.

One Night’s Dance

Deze week mocht ik meewerken aan een ontzettend leuk project: One Night’s Dance. Dit is een jaarlijks terugkerend project van Dansateliers waarin vijf getalenteerde, jonge choreografen binnen korte tijd een nieuw stuk maken van zo’n 10 minuten. De werken worden gedurende twee weken acht keer getoond in een voorstelling.

Naast de dansen maakten dit jaar een fotografe foto’s van de repetities, een beeldend kunstenaar twee werken geïnspireerd door de dansen en werden Lotte Vermeulen en ik beide gevraagd in gedicht op de werken te reageren. Woensdag was ik aanwezig bij de doorloop waarna ik in één dag het gedicht ‘Iets meer niemand zijn’ schreef. Daarna droeg ik het deze drie avonden na de voorstelling (inclusief de première) voor.

Lees verder “One Night’s Dance”

Ongehoord!

Afgelopen zondag was de uitreiking van de Rotterdamse dichtwedstrijd Ongehoord! Ik eindigde op de tweede plek met het gedicht ‘ 3025 AA tot 3026AN’. Super trots! Vandaag is mijn gedicht inclusief het juryrapport (jury o.l.v. Mark Boninsegna) gepubliceerd op de website van Wouter van Heiningen

 

3025 AA tot 3026 AN

Tandir, Dubai, Diam
Torino, Tai Wah,
Ri Htim, Kousar, Kasabi
Warung Rilah, El Aviva,

Het Pijpenhuis, Shaami Huis, Eethuis Marrakech,
Huisarts Stam & Stronkhorst,

Lebara, Lebara, Lebara,
Lebara, Lebara, Lebara, Lebara,

Polski, Portuguesa,
HAS, Salan, Driouch,
Marokko, Delfshaven,
Andalus,

Vinodol, Wokki, Wibra,
Lebriz, Etos, Caftar,

De grootste slok,
Zeezicht,
Sidonia, Aan Zet.

 

img_9221 (1)

Speeltuin.

Deze tekst schreef ik voor de voorstelling ‘Rotterdam Me’ van Geert Vermeegen en is al dan niet opgevoerd tijdens het Springplank Festival in Studio de Bakkerij, Rotterdam. 

 

De dikke schuifdeuren sloten voor onze neus. Hoewel de melodie verstomde, bleef het oude ijzer dreunen op de dringende beats. Alle ruimte. Anders dan de volgepropte vierkante meter waarmee eerder die avond menigte na menigte naar de grote zaal werd getild. Met mijn armen gespreid draaide ik rondjes om mijn as, zonder de muren te raken. Luid krakend kwam het beest in beweging.

We wiegden op de maat die door de vloer van de lift trilde. De ene na de andere diepe zucht rolde uit me. Dwars door de dansjes sloten Wes’ armen zich om me heen. Hij was niet veel groter dan ik. Zijn mooie hoofd gesierd met een volle baard en om zijn nek een dun, gouden kettinkje. Het ijzer was ons huis.

De deur ratelde weer open. Eigenlijk wilde ik de lift niet verlaten. Wes’ hand in mijn rug stuurde me naar ons uitzicht waardoor ik weer scherp zag. Voor ons een glazen gang, met aan het einde een deur tot een overhangende hemel. Ik zat in Alice in Wonderland. Misschien duurde de tocht een uur. Aan het eind van de gang opende Wes de deur met een druppel aan zijn sleutelbos. Hand in hand liepen we het dak op. De muziek pulseerde als een hartslag uit het gebouw en omlijste onze speeltuin. Aan zijn hand danste ik naar ik naar de rand.

Maashaven fonkelt kalm. De snaren van de grote brug spelen met ons mee in de nacht. De strakke kou mengt met jouw geur. Klamme handen op elkaar en warme lichamen. Niets dan wij past nu beter op dit betonnen blok.

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑