mijn kleding wordt steeds misbegrepen
voor zusters tenue, dus
sluit ik het raam wanneer
buiten applaus klinkt
we verzamelen deze dagen
en stelen onze zinnen
als.je.niets.doet.dan.ben.je.er.niet
mijn kleding wordt steeds misbegrepen
voor zusters tenue, dus
sluit ik het raam wanneer
buiten applaus klinkt
we verzamelen deze dagen
en stelen onze zinnen
als.je.niets.doet.dan.ben.je.er.niet
steeds vaker stoppen zwarte Tesla’s op klaarlichte dag aaneengesloten in de straten. verschijnen uit synchroon geopende portieken in lange wanten gestoken handen gooien bruine zakken vol etensresten naast de stoep. glasbakken stoppen ze vol luiers en kerstbomen. hield de coalitie de afvalcontainers niet dagenlang gesloten dan sloopten zij de vol-sensoren eruit.
hun verzet verzamelde in het hulst van de ondergrondse. waar kiemen torenhoog dropen om kernwaarden te evenaren. sindsdien laten ze kinderen probiotisch Maaswater drinken en metropalen likken. geen steriele levens met a-topische symptomen. de weerstand van Rotterdammers is hoog.
zie deze ruimte als een gesloten systeem
de dansers, techniek, het publiek
een eindig volume volgens de wetten
van de thermodynamica
pendelende benen precies geplaatst
herinneren ons eraan
dat energie nooit verloren gaat
slechts van gedaante verandert
van pulserende buik en armen
die los lijken van een lichaam
naar rood-roze hoofd
zie wat het betekent in cirkels te zoeken
te bewegen in bollingen, ronde vingers, handgebaren
die symbolieken met zich meedragen
Hamsa en mudra’s
weren kwaad, bouwen stabiliteit
maar juist symbolen van eigen hand
rennen aan ons voorbij
dit systeem is veranderlijk
we zoeken hier niet naar vaste grond
onder de voeten streven
geen evenwichtstoestand na want
wat op wielen staat circuleert beter
bedenk dat de meeste stroming onzichtbaar is
verstijving lijkt stil adem stokt terwijl
verborgen handen vanbinnen slepen, sleuren
je blauw en beurs achterlaten tot je rijkt
naar een redding even donker is
als de angst die je opjaagt
hier leggen wij onze quasistatische rituelen vast
die niet op gewijde grond maar
in clubs en technokelders leven
zelf de lampen neergezet fijne hoeken
gemaakt met warm licht en lieve geuren
dansen met schaduwen van onszelf
die blijven draaien als wij zijn gaan liggen
voor uw ogen bewogen zich stromen
verzamelde concentratie op de vlakke vloer
brengt altijd verhalen van ons samen
Fossielen laat je opgraven
Geschikt, ongeschikt, keta
Let’s kech
Keta kech
Tactisch braak plekje
‘s Avonds een vent, 100% rendement
Als ík het maar leuk heb
Waar is mijn bier
Meid trek je panty uit
Makreel eens langs
Maar bloed glijdt ook
Lowlands laat je kut zien
The juicy dragonfruit sparkles
on the tongue with a cool
aftertaste of ginger and mint
Created with the mysterious
damiana herb which enhances
male and female sexuality
Na zes jaar tergend traag
de zakjes één voor één
in water te dopen en
medeleuten voorzichtig
aanmoedigen datzelfde te doen
wacht eindelijk het laatste
envelopje in de doos
THT datum verloren met het karton
de gruwel van mint in drinken
afstand tot ons aller seksualiteit
frommelig en te fel papier
aanzicht van dampend neon-roze en
gematigd enthousiasme tot chakraleer
waren niet de voornaamste redenen
voor buitensporig theebehoud
vooruit de nacht in
nog even een met de wanden
door electrozompen
laag in frequentie
als in het halfduister
kleine mannen bloemen
van de muur
beginnen pulken
hoewel het boeket
nieuwe nachtvlinders aantrekt
vormen zich de eerste bressen
kelder is nog warm, lokt
licht uit de booth slaat stuk
tegen laag plafond
denken kan niet meer
dansen wel,
dampend in zware lucht, te druk
maar blij want elke stap opzij
nieuwe galm, nieuw geluid
niemand hoort het kraken
kieren langs de kanten
ondergronds gelden geen verboden
ademen we mantelpluimen en
duwen ether hoger dan kan tot
het barsten slaat
cement in onze nekken kruimt
klare hemel opent
Dit jaar mocht ik weer meedoen met One Night’s Dance: een jaarlijks project van Dansateliers waarin beginnende dansmakers in korte tijd een nieuw stuk maken. Vanwege het 25 jarig bestaan van Dansateliers werden daarnaast twee choreografieën hernomen uit eerdere edities van One Night’s Dance.
Ik schreef een poëtische reflectie op de choreografieën van de talenten Ellis van Veldhuizen, Sigrid Stigsdatter Mathiassen en Maria Sartzetaki en No Man Is An Island van Erik Kaiel. Op vrijdag 7 en zaterdag 8 december droeg ik de reflectie voor na de voorstelling. Net als vorig jaar was dit een ontzettend leuk en leerzaam project om aan mee te werken. Ik blijf me verwonderen over de associatieve kracht van moderne dans en de manier waarop dansers ons zonder woorden kunnen meeslepen in hun verhaal.
In één van de lessen van de Poetry Academy kwam auteurschap aan bod. Wanneer is een gedicht van jou en kan je eigenlijk wel stellen dat een gedicht van iemand is? Als je uitgaat van het idee dat een gedicht al bestaat, zelfs vóór het geschreven is, is degene die het gedicht opschrijft dan wel de auteur te noemen? En wat gebeurt er met auteurschap als je een gedicht met meerdere mensen schrijft?
Ik zit naast de kinderduif
in onze stoelen van hout
gezekerd in koude aarde
kijken we over de haven
terwijl ze met haar rood omlijnde bil
een halsbandparkiet plet
De laatste lessen van de Poetry Academy naderen. Tijdens de lessen van Joost Baars spraken we over mystiek schrijven en welke invulling je daaraan kan geven. Als thuisopdracht voerden we gesprekken met de voorwerpen om ons heen. Ik sprak met een klok, de rommel om me heen en het badwater waarin ik lag. Je kan praten met alles. De pen of inkt waarmee je schrijft; de lijnen die je ermee trekt, de woorden die ze vormen, de toonhoogte van je stem die in gedachten meepraat.
Door die gesprekken aan te gaan geef je woorden en daarmee een representatie, verbinding, aan elementen die al lang in de wereld waren, maar je misschien nog nooit (zo) had gezien. Die representatie is niet dekkend, maar wel een benadering, een soort zoektocht. Dat kunnen wij. Dingen die er al zijn opmerken en op onze eigen manier benaderen, representeren. Op die manier laten we iets dat er al was op een nieuwe manier zien aan onszelf en aan anderen.
Ontvankelijk zijn, het (opnieuw) opmerken van elementen in de wereld en die elementen benaderen met je eigen tools – of dat nou woorden, lichaamsbewegingen, stroken van een kwast of heel andere uitingen zijn – is volgens mij creativiteit. Daarmee begrijp ik nu de uitspraak ‘het gedicht was er al, ik heb het alleen opgeschreven’.