Learning more about recycling clothes for my last article, I realized there’s basically no good way to get rid of clothes that have really reached the end of their life. You can always repair clothes, swap, sell or upcycle them, but I’m talking panties that have unintended peepholes and that have lost all stretch, or socks that have largely dissolved. Together with camisoles, these are the garments that I typically wear completely out and throw in the bin. Of course this isn’t the crux of today’s global fashion problem, but I still wonder: Is there a way to prevent my peephole panties from ending up in landfill?
Lees verder “Compostable Panties”Spartageest
Vrijdag sloot De Likt het programma in de Jurriaanse Zaal van de Doelen af tijdens Poetry International. Allereerst vind ik het heel tof dat poetry de band programmeerde. De Likt verdient een plek op dit podium, met hun actuele geluid en ras Rotterdamse teksten. Hoewel het juist die teksten zijn die voor mijn feministische hart (en op nog wat andere vlakken) te ver gaan, krijg ik geen genoeg van deze band. Velen met mij en hun optredens gaan dan ook vaak gepaard met een hossende menigte mensen voor het podium die helemaal los gaat onder het genot van een nodige hoeveelheid alcohol en/of andere substanties. Een contrast met de zaal waar wij ons op dat moment bevonden, met daarin een bijna volledig wit publiek en een gemiddelde leeftijd van zo’n 60 jaar dat keurig op zijn stoeltje bleef zitten.
Tijdens het optreden werd Jules Deelder stilletjes de zaal ingebracht. Rechts vooraan het podium bleef hij staan luisteren. Hij had vooraf aan De Likt zijn werk voorgedragen in dezelfde zaal, onder luid gejuich van het Rotterdamse publiek. Jordy Dijkshoorn, frontman van de band, vertelde dat Jules een grote inspiratiebron is voor zijn teksten. ‘Als het goed is, is hij hier aanwezig’. Daarop droeg hij onder begeleiding van de band zijn favoriete gedicht voor van de Rotterdamse Nachtburgemeester: Spartageest. Pas bij het volgende nummer merkte Jordy Jules op en kreeg – misschien alleen in mijn beleving – een trotse lach op zijn gezicht. Gut.
Deze blog verscheen op Letteren010.
Poetry Slam Rotterdam
Afgelopen vrijdag namen acht dichters het tegen elkaar op in de finale van de Poetry Slam Rotterdam. Bij een Poetry Slam draagt elke dichter voor uit eigen werk en bepaalt het publiek de winnaar. Na elk van de drie rondes stemt ieder op zijn of haar favoriet en degene met de meeste stemmen wint. De Leeszaal West zat vol, de sfeer was goed.
50e editie Paginagroots
Afgelopen zondag (12 mei 2019) bezocht ik Paginagroots: een Rotterdams podium voor jong talent op het gebied van proza, poëzie en spoken word. Toevallig was dit de 50e editie en daarmee ook de laatste die Derek Otte voor rekening nam als initiator, organisator en host.
Derek nam ons in woorden mee naar de allereerste editie van Paginagroots, destijds in Tarwewijk. Zijn moeder had wat flessen Freeway cola en borrelnootjes gehaald en hij rekende op zo’n veertig mensen aan publiek. Er stond tachtig man op de stoep. De kartonknutsels van de Rotterdamse skyline die dienst deden als decor vielen bij het slotapplaus uit elkaar. Uit de audiofragmenten waarop half literair Rotterdam Derek bedankte voor zijn inzet bleek hoeveel Paginagroots in de tussentijd heeft betekend voor de stad.
Taciturn
Zaterdag bezocht ik Festival Cement. Een theaterfestival in Den Bosch waar ik blij van word. Er zijn veel jonge makers te zien en gedurende het festival wordt er ook ingezet op talentontwikkeling voor mensen die achter de schermen werken.
Ik beland in de voorstelling Taciturn: een solo van Joey Schrauwen. Net als in twee van zijn eerdere voorstellingen speelt een door hem gemaakt object hierin de hoofdrol. Joey ontmoet zijn publiek vooraf aan de voorstelling en leidt ons de zaal in. Alleen een houten installatie in het midden en een grote spot rechts vooraan, hebben een plek op het podium. Na een kort schaduwspel betreed Joey de installatie. Het is een laag, houten podium van ongeveer een meter breed en een halve meter diep. Op beide korte zijden staat een paal met een ingeklapt rek. Denk aan een ouderwets traphek wanneer het helemaal is ingeklapt.
Taaie oude vrijsters
Mijn lief heeft Noorse roots. Zijn moeder komt uit Harstad, een mooie stad aan het water, een eindje boven de poolcirkel. We gaan regelmatig naar Noorwegen en hopen er ooit te gaan wonen. Met die insteek volg ik Noorse les in de Sjømannskirken; het houten kerkje in het Euromast-park. Het is zó leuk om weer een nieuwe taal te leren. Noors is niet ontzettend moeilijk te leren voor Nederlanders. Het is een Germaanse taal en als je aardig Engels en Duits spreekt herken je veel woorden en voelen zinsopbouw en grammatica vrij natuurlijk.
Wat het vooral zo leuk maakt vind ik de culturele informatie die taal in zich draagt. Tijdens een les rond de sinterklaasperiode hadden we het over taaitaaipoppen, of zoals je in het Noors zegt: peppermøer. Onze docente vertelde dat het vroeger in Noorwegen gebruikelijk was dat vrouwen een dame van peperkoek kregen wanneer ze dertig werden en vrijgezel waren. Het woord peppermø is de vrouwelijke variant van peppersvenn. Zo werd vroeger een ongetrouwde, rondreizende kruidenhandelaar genoemd. De Nederlandse vertalling van peppermø is ‘oude vrijster’. Daarop wist een van mijn klasgenoten te vertellen dat je een (vrouwelijke) taaitaaipop in het Nederlands ook wel ‘oude vrijster’ noemt.
Het gedicht was er al
De laatste lessen van de Poetry Academy naderen. Tijdens de lessen van Joost Baars spraken we over mystiek schrijven en welke invulling je daaraan kan geven. Als thuisopdracht voerden we gesprekken met de voorwerpen om ons heen. Ik sprak met een klok, de rommel om me heen en het badwater waarin ik lag. Je kan praten met alles. De pen of inkt waarmee je schrijft; de lijnen die je ermee trekt, de woorden die ze vormen, de toonhoogte van je stem die in gedachten meepraat.
Door die gesprekken aan te gaan geef je woorden en daarmee een representatie, verbinding, aan elementen die al lang in de wereld waren, maar je misschien nog nooit (zo) had gezien. Die representatie is niet dekkend, maar wel een benadering, een soort zoektocht. Dat kunnen wij. Dingen die er al zijn opmerken en op onze eigen manier benaderen, representeren. Op die manier laten we iets dat er al was op een nieuwe manier zien aan onszelf en aan anderen.
Ontvankelijk zijn, het (opnieuw) opmerken van elementen in de wereld en die elementen benaderen met je eigen tools – of dat nou woorden, lichaamsbewegingen, stroken van een kwast of heel andere uitingen zijn – is volgens mij creativiteit. Daarmee begrijp ik nu de uitspraak ‘het gedicht was er al, ik heb het alleen opgeschreven’.
Cultuureducatie biedt tegenwicht
Deze column schreef ik voor Kinderkunstplein en verscheen daar eerder vandaag.
We leven in een wereld van eindeloze informatiestromen en communicatie. Ik mocht op de middelbare school één uur per dag via de inbel-verbinding online. Het was superbelangrijk wat je klasgenoot in haar MSN-naam had staan en hoeveel krabbels je had op Hyves. Nu werk ik als marketeer voor educatie bij Het Nieuwe Instituut. Social media heeft ondertussen een grote plaats gekregen in de wereld van kinderen en jongeren. De creativiteit en kunde waarmee zij content maken in apps als Instagram, Snapchat en musical.ly verrast me keer op keer. Maar ik zie hiervan ook de keerzijde. Mobiele telefoons zijn altijd aanwezig, er ligt druk op de juiste pose, uitdrukking, filter en hashtag en een misstap wordt snoeihard afgerekend.
Cultuureducatie kan in deze wereld een belangrijk tegenwicht bieden. De interactie met kunst en cultuur leerde mij dat je inhoud en gevoel op de meest uiteenlopende manieren kan presenteren. Bij Het Nieuwe Instituut worden digitale media ingezet als middel om kinderen en jongeren design en architectuur te laten ontdekken. Apps ondersteunen vaak onze workshops doordat ze uiteenlopende maak- en programmeer functies hebben. Vormen hoeven hierbij niet altijd perfect of zelfs mooi te zijn. Door cultuur zó te beleven en er met een goed educatie-programma actief mee aan de slag te gaan, ontdekken kinderen en jongeren nieuwe kaders. Ze zien dat de afwijking vaak júist het beste werkt en mag worden gevierd.
De echte discussie
Deze column verscheen op 24 november j.l. als lezerscolumn op metronieuws.nl.
We kunnen het verzetten van de klok er op afstemmen. In oktober ontstaan ze vanuit het Noorden van Europa; de grijze migratiestromen naar de zuidelijke, warme contreien van ons continent. Ook vanuit Nederland. Benidorm, Calpe, Cartagena, allen welbekende bestemmingen voor onze basterds. Een aantal weken na aankomst sturen zij steevast een uitverkorene terug, vermomd in een lange rode jas en met een puntmuts op zijn blije kop.
Alsof we het niet door hadden. Jaar in, jaar uit. Maar zo niet langer. Er is een grens. De tijd om een vuist te maken is daar. Wie de demografische cijfers achter de Brexit, het Oekraïne verdrag en de presidentsverkiezingen in de US een blik gunt heeft allen helder: De oudjes moeten er uit. Conservatieve ideeën, vasthouden aan tradities en voordringen in de rij bij de supermarkt, of erger nog, gewoon instappen bij de NS voordat iedereen die trein uit is, zijn niet de enige irritaties die zich ophopen. Stijgende belastingen, een te kort aan woonruimten; er valt een massa aan problemen weg als we de oudjes weten te lozen.
Om nog maar niet te spreken over de laksheid in voedingsbewustzijn en systematisch verzaken van organisch eigenaarschap. Wie heeft er niet een achtertante die jaarlijks voor de deur staat met een lading NON-fairtrade, NON-bio, NON-eco chocoladeletters? En die, om het af te maken, aan de hele familie een Primark kersttrui kado doet. Dit is 2016, het kan zo niet langer. Ik ken geen enkele 70-plusser die rekening houdt met het gat in de ozonlaag. Het zal hun verrekken of we over 30 jaar in een nieuwe ijstijd leven, daar merken ze niets meer van.
Ze verzieken de boel terwijl wij de rotzooi mogen ruimen in de koude wintermaanden. Mensen, de vergrijzing is de splijtzwam van onze samenleving. We moeten ons niet langer voor de gek laten houden door bejaarden die stiekem troep door onze strot blijven duwen. Dat ze in Zuid-Spanje blijven, daar kunnen ze de stimulering van de economie goed gebruiken. Lekker terug naar hun tweede land. Nederland is vol, dus laat ze in hun casa in de sol resideren. Kunnen ze daar hun tanden naar de gieren helpen door chocolade van kinderhandjes te smikkelen op de playa.
Woonvisie Rotterdam
Lui schijnt de zon haar eerste stralen over de stad. Horden mensen, klein van stuk en met een camera om de nek, druppelen hun supersized bussen uit. Zoals elke dag stromen de straten vol van Delfshaven tot de Esch. Rinkelende fietsbellen en Jordaanse tongval schallen over de Westersingel waar drie combo-bakfietsen breed naast de dagopvang geparkeerd staan en een veilige doorgang per stoep onmogelijk maken. Op elke straathoek staat een kiosk waar dezelfde beeldjes te koop zijn van de Erasmusbrug, mokken in de vorm van de Markthal en zilver spiegelende stressballen met het logo van het zojuist opgeleverde Boijman-depot erop.
Een nieuwe pop-up opent haar deuren op West-Blaak. Dé place to be voor genderneutralebioecoeerlijkelactoenglucovrijedecafrappemoccachnio, te consumeren onder het genot van een neusvleugelmassage. En dat voor maar 38 euro!
Alexander is het nieuwe Oude Noorden, Nieuw Mathenesse en Lombardije waar de échte hipsters hangen. En de Rotterdammer, die heeft de stad al lang verlaten.