vooruit de nacht in
nog even een met de wanden
door electrozompen
laag in frequentie
als in het halfduister
kleine mannen bloemen
van de muur
beginnen pulken
hoewel het boeket
nieuwe nachtvlinders aantrekt
vormen zich de eerste bressen
kelder is nog warm, lokt
licht uit de booth slaat stuk
tegen laag plafond
denken kan niet meer
dansen wel,
dampend in zware lucht, te druk
maar blij want elke stap opzij
nieuwe galm, nieuw geluid
niemand hoort het kraken
kieren langs de kanten
ondergronds gelden geen verboden
ademen we mantelpluimen en
duwen ether hoger dan kan tot
het barsten slaat
cement in onze nekken kruimt
klare hemel opent
Geef een reactie