naar Hans van Arp
ik wil alleen nog de dauw vermelden
die dagelijks het donker doopt met haar je ne sais quoi
geen schemerverschijnsel zo zacht
nog voor de wereld wakker werd
kleefde het gras aan mijn tenen
vulde ze mijn voeten
om vijf uur kledder vochtig
in de paarse waas van heide
hechtte ik mij ook aan haar
zuiver gemutst
Geef een reactie